Pindi chole is een traditioneel Punjabi gerecht dat draait om kikkererwten (chole) die langzaam worden gegaard in een rijke, droge curry met diepe, aardse specerijen. De naam komt van Rawalpindi, een stad in het huidige Pakistan, waar het gerecht zijn oorsprong vindt. In tegenstelling tot veel andere curries bevat pindi chole geen ui of knoflook in de klassieke versies, en krijgt het zijn donkere kleur vaak van theezakjes die meekoken met de kikkererwten.
Het gerecht wordt vooral geassocieerd met de Punjabi keuken, die bekendstaat om zijn robuuste, hartige smaken en stevige maaltijden. Door het gebruik van geroosterde specerijen en een simpele, olie-gebaseerde bereiding, is pindi chole intens van smaak zonder zwaar te worden. Het heeft een iets drogere textuur dan andere chole-varianten, wat het perfect maakt als vulling voor broodgerechten.
In India wordt pindi chole vaak geserveerd met bhatura (gefrituurd brood), poori, of kulcha, en soms ook met rijst. Het is een populaire keuze bij feestelijke maaltijden, langzame weekendlunches of als voedzaam streetfood. Een schep ingelegde ui en wat frisse raita erbij maken het helemaal af.
Pindi chole kun je uitstekend bewaren in een goed afsluitbare bak – ik gebruik zelf graag die van de 365+ serie van Ikea. Er wordt zelfs gezegd dat het gerecht de volgende dag nóg lekkerder is… al moet ik dat zelf nog eens goed testen.
Invriezen gaat ook perfect, dat heb ik wel geprobeerd. Ideaal: op de camping hebben we er net zo van genoten. Ik had van thuis al wat komijnrijst meegenomen, dus daar hoefde ik alleen nog maar roti bij te bakken. Daar is mijn man zo gek op!
Een hartige Noord-Indiase klassieker met langzaam gekookte kikkererwten, een zelfgemaakte specerijenmix en een geurige tempering van gember en chili. Perfect romig en kruidig tegelijk. Heerlijk met roti, bhatura of rijst!
Zodra de geur je tegemoet komt (en dat ga je merken), zet je het vuur uit en laat je alles volledig afkoelen. Daarna kun je het fijnmalen tot poeder en de kurkuma, granaatappelpoeder, aamchur en hing toevoegen – even mixen en klaar voor gebruik!
Daarna de tomaten erbij en bakken tot ze helemaal zacht en papperig zijn. Dan gaan de kikkererwten erbij en breng je het geheel op smaak met zout – roer goed door!