Khopra chivda is echt zo’n snack waar je meteen verliefd op wordt. Het is een knapperige, hartige mix met gedroogde kokos (khopra), noten en vaak ook gepofte rijst of cornflakes – allemaal geroosterd met een geurige mix van specerijen zoals mosterdzaad, kerrieblaadjes, kurkuma en chili. Het heeft die perfecte balans van zout, een tikje zuur (dankzij amchur of citroensap) en soms zelfs een heel subtiel zoetje als er rozijnen of een snufje suiker in zit.
Wat ik er zo leuk aan vind: het is een typische theetijd-snack uit West-India (denk aan Maharashtra en Gujarat), maar iedereen maakt 'm weer nét even anders. Je kunt eindeloos variëren met wat je in huis hebt, en het is ideaal om restjes noten of zaden op te maken. En eerlijk? Het is ook gewoon heerlijk om stiekem uit een potje te blijven snaaien. Lekker bij een kopje chai, maar ook top als topping op je lunch of als crunchy bijgerechtje bij een simpele dahl.
Zeker! Hier is een uitbreiding met fijne stukjes over kerrieblaadjes en kurkuma, in dezelfde toon als je eerdere stukken:
Amchur – friszuur in poedervorm
Amchur is echt zo’n geheime smaakmaker die je misschien niet meteen herkent, maar die je gerechten opeens die zinggeeft. Het is gemaakt van onrijpe, gedroogde mango’s die tot poeder zijn vermalen – en het smaakt dus heerlijk friszuur, een beetje citrusachtig maar dan op z’n Indiaas.
Ik gebruik het graag in droge groentegerechten, chivda’s en zelfs in sommige chutneys, want het geeft meteen diepte zonder dat je er citroensap of tamarinde voor nodig hebt. Handig dus als je iets zurigs zoekt, maar geen natte ingrediënten wilt gebruiken. En het fijne is: een klein beetje is al genoeg om een gerecht nét dat extra zetje te geven. Zo’n potje amchur hoort eigenlijk gewoon standaard in je kruidenlade thuis, vind ik!
Kerrieblaadjes – geurige knapperds
Kerrieblaadjes (of curry leaves) zijn misschien klein, maar ze hebben echt een gigantische persoonlijkheid. Zodra ze de hete olie raken, komt er zo’n heerlijke, nootachtige geur vrij – super typerend voor Zuid-Indiase gerechten. Ze zijn niet hetzelfde als kerriepoeder (heel ander verhaal), en je eet ze meestal niet echt op, maar laat ze lekker hun werk doen in de olie zodat die smaak zich verspreidt.
Vers zijn ze het lekkerst (gewoon invriezen als je een takje over hebt!), maar gedroogd werkt ook prima als je ze even mee bakt. Ik gooi ze standaard in de pan bij het temperen van specerijen – het geeft een gerecht meteen iets warms en aromatisch.
Kurkuma – zonnig en krachtig
Kurkuma, oftewel haldi, is het zonnetje in je kruidenkast. Die diepe gele kleur maakt alles vrolijk, maar het is niet alleen voor de looks: kurkuma geeft een aardse, licht bittere smaak die zich perfect mengt met andere specerijen.
Het is ook zo’n kruid waar een beetje al genoeg is. In de Ayurvedische keuken staat kurkuma bekend om z’n verwarmende, reinigende werking – goed voor de spijsvertering én ontstekingsremmend. Je vindt het in bijna elk Indiaas gerecht terug, van dahl tot pickle, en ja, zelfs in golden milk. Kortom: kurkuma hoort erbij als het om comfort en geur gaat.
Een geurige, kruidige mix van geroosterde kokos, noten en specerijen die je thali naar een hoger niveau tilt. Perfect als bijgerecht of topping voor rijst, dosa of idli.
Rooster de kokos: Verhit een droge pan op laag vuur en rooster de kokos tot hij licht goudbruin is. Haal uit de pan en zet apart.
Bak de specerijen: Verhit de olie in de pan, voeg het mosterdzaad toe en laat het poppen. Voeg dan de kerrieblaadjes, rode chili en pinda’s/cashewnoten toe en bak tot alles knapperig is.
Meng de kruiden: Doe de geroosterde kokos terug in de pan en voeg kurkuma, chili- of paprikapoeder, gemalen komijnzaad, amchur en zout toe. Roer goed door en bak nog 1-2 minuten op laag vuur.
Afkoelen en serveren: Laat het volledig afkoelen, zodat het extra krokant wordt. Serveer als bijgerecht bij je thali.