De meiraap, ook bekend als knolraap, is een vergeten groente in Nederland. Tegenwoordig wordt dit knolletje voornamelijk geteeld door amateurtuinders en in de biologische landbouw. Gek genoeg kan ik me niet herinneren ooit meiraap te hebben gegeten, ook niet onder een van de vele andere namen: meiknolletje, consumptieraap, herfstknol, herfstraap, tol, knol of raap.
In landen als Frankrijk en België is deze schattige knol echter nog volop te vinden.
Wat te doen met meiraap?
Meiraap is veelzijdig en kan zowel rauw als gekookt worden gegeten. Rauw in een salade heeft het een scherpe, radijsachtige smaak. Gekookt wordt de knol zacht, mals en licht zoet, een beetje vergelijkbaar met aardappels.
Meirapen passen perfect bij lentegroenten zoals peultjes, courgette of doperwtjes, maar ook bij zomergroenten als paprika en aubergines. Daarnaast combineren ze goed met wintergroenten zoals prei.
Bewaren
Bewaar meiraap in de koelkast, waar ze ongeveer 1 à 2 weken goed blijven, bij voorkeur in een plastic zak. Invriezen is ook een optie: snijd ze in plakjes of blokjes, blancheer ze 2 minuten, koel ze snel af in een ijsbadje en bewaar ze in een diepvrieszak of -bak.