Voor mij was postelein een onbekende groente. Alleen van naam ken ik het, verder wist ik niet wat het was of wat ermee te doen. Totdat ik een zak met ‘zomerpostelein’ aantrof bij mijn groenteabonnement. Hoog tijd dus om dit wat nader te onderzoeken en met jullie te delen.

Kenmerken

Postelein is oorspronkelijk afkomstig uit het Midden Oosten en India. Maar tegenwoordig wordt het over de hele wereld wel verspreid. Ook in Nederland hebben we tegenwoordig postelein, en wel van eigen bodem. We kennen zomer- en winterpostelein.

Als je de Nederlandse postelein bekijkt zou je het niet zeggen, want lang en dun, maar het is een vetplantje! In tal van Zuid Europese landen is postelein, met name in een hete droge zomer, algemeen straatonkruid. Hoe wonderlijk en bijzonder is de natuur toch, dat het eten gewoon voor het oprapen ligt. Je moet het alleen (her)kennen!

Op de wortels na, is het hele plantje te eten. De smaak is licht pittig, lekker fris en een kleine beetje zuur. Niet echt een uitgesproken groente en daarmee geschikt om met vele smaken en gerechten te combineren.

Afbeelding van WikimediaImages

Vezels, vitaminen, mineralen

Wanneer je de tere blaadjes en steeltjes van postelein onder ogen krijgt zult je het je misschien niet voor kunnen stellen, maar deze groente is buitengewoon gezond. Het is zeer laag in calorieën en een goede bron van vezels, vitamines en mineralen. Zo bevat het hoge gehaltes van onder andere vitamine C en E, en is het rijk aan magnesium, ijzer (meer nog dan in spinazie) en kalium. 

Daarnaast is postelein een bron van omega-3 onverzadigde vetzuren, het bevat zelfs meer omega-3 dan welke bladgroente dan ook.

Zelf postelein kweken

Je kunt bijna overal wel zaden kopen om zelf postelein te kweken, het is een gemakkelijke plant om te kweken. In de meeste gevallen kun je binnen een paar weken al oogsten.

Kopen en bewaren

Postelein is een seizoensgroente die vanaf mei tot oktober wordt aangeboden. Je moet hiervoor wel naar de beter gesorteerde groenteboer, markt of biologische winkel. Alhoewel het tegenwoordig ook wat vaker te vinden is in de ‘gewone supermarkt’.

Let erop dat de postelein er fris, knapperig en niet gekneusd uitziet. Het moet ook niet te dicht op elkaar gepropt zijn in zakjes of bakjes.

Postelein bewaar je in de groentelade van je koelkast, maar liefst niet te lang. Wil je het toch langer bewaren, dan kun je het prima invriezen. Blancheer het een minuut of twee en vries het direct in. Wanneer je het wil gebruiken doe je het direct in de pan, dus niet eerst ontdooien.

In de keuken

Maak de postelein met de nodige voorzichtigheid schoon: onder een niet te hard stromende kraan en daarna voorzichtig afschudden.

Je kunt postelein koken, wokken of roerbakken, er stamppot van maken, verwerken in salades of er soep van trekken. Mijn schoonmoeder griezelt bij de gedachte aan postelein, dit kreeg zij vroeger en was slijmerig. Nu zouden we zeggen “doodgekookt”. Postelein kook je in een beetje water met wat zout gaar in 5 tot 10 minuten. Het moet beetgaar zijn, dan is het het lekkerst.

Wil je het gaan wokken of roerbakken, dan doe je dat op dezelfde manier als je dat met spinazie doet. Het slinkt overigens ook net zo snel als spinazie.

Ben je meer een liefhebber van stamppot, dan kun je de postelein gewoon rauw verwerken. Het ‘gaart’ wel in de hitte van de aardappelen! Let op: als de postelein wat te ver is doorgeschoten of niet meer kakelvers is, kun je beter even proeven of het rauw (nog) wel lekker is. Zo niet, dan zit er niets anders op dan toch eerst even kort te koken.

Afbeelding grote foto van Walter Bichler

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *